Mijn hele leven is me verteld dat stilstaan achteruitgang is. Dat heb ik ook lang geloofd, totdat ik uit de ratrace stapte en besefte dat stilstaan best iets moois is. Door stil te staan kan je je omgeving in je opnemen, ervan genieten en er zelfs iets van leren, zonder dat je er veel moeite voor moet doen. Helaas zien heel veel mensen dit anders, tenzij je de moeite neemt om de alarmerende rapporten, interviews en boeken te lezen die waarschuwen dat het niet langer zo kan doorgaan.

Eigenlijk heb ik geen idee waar ik mee moet beginnen, want als je met andere ogen gaat kijken naar blinde vlekken die velen hebben, dan kom je ogen tekort. Toen ik een paar jaar geleden uit de ratrace stapte vanwege mentale klachten, bleek ik niet de enige. TNO rapporteerde al dat ongeveer 1,3 miljoen mensen korter of langer langs de lijn stonden in plaats van deel te nemen aan het ‘spel’ van werken. Hoewel er tegenwoordig veel aandacht is voor de mentale gezondheid, is de bereidheid om er echt iets aan te doen nog altijd onvoldoende. Als ik lees dat jongeren weerbaarheidstrainingen krijgen om te kunnen omgaan met prestatiedruk, dan rijst bij mij direct de vraag waarom we niet werken aan het verminderen van de prestatiedruk. Zoals de Raad Volksgezondheid & Samenleving in haar rapport ‘Op de Rem!’ al opmerkt is het een groeiend probleem en dat je het je verdere leven mee zal dragen.
Des te triester dat ik in meerdere rapporten lees dat 50% van de jongeren van 16 tot 25 jaar mentale klachten ervaren. De bron van die klachten kan overigens verschillend van aard zijn. Zo kan opgroeien in armoede deze klachten oproepen, maar ook sociale- en prestatiedruk. Wie tegenwoordig op een basisschool gaat kijken en ziet wat daar allemaal gedaan wordt, kan niet anders constateren dat er iets grondig fout zit. Stel je eens voor dat je van de basisschool afkomt en prima kan rekenen en schrijven, maar geen digitale kennis hebt en ook geen ervaring met smartphones en sociale media. Zou dat bijdragen tot vermindering van mentale klachten?
Ik denk van wel, maar duistere krachten houden ons in een wurggreep. Probeer maar eens te leven zonder digitale kennis, het is vrijwel onmogelijk. Alsof dat nog niet genoeg is, is tegenwoordig AI niet meer weg te denken in toekomstige plannen en oplossingen. Wie zegt dat AI een duivels probleem is, wordt niet serieus genomen. Zo las ik dat in de zorg digitalisering toeneemt en zelfs medische beslissingen door een computer worden genomen. Een menselijke medicus moet een BIG registratie hebben, maar een computer niet. Nu is er nog een mens die de digitale beslissingen controleert, maar hoelang zal dat goed gaan, als zelfs de medicus niet weet waarop een beslissing is gebaseerd? Maar nog beter zou het zijn als we elkaar gewoon konden vertrouwen. Bijna alles wordt gecontroleerd en nog eens nagekeken, ook wel de bureaucratie genoemd.
Terwijl AI ons denken, leren en kritisch zijn in de weg zit, is er amper een maatschappelijk verzet tegen dit verschijnsel. Sommigen vrezen dat het zelfs een bubbel zal zijn, zoals de internetbubbel rond de eeuwwisseling. De impact als deze bubbel uit elkaar barst zal gigantisch zijn. Nog afgezien dat AI zoveel energie en water vraagt dat het ook nog eens ten koste kan gaan van de leefbaarheid in de samenleving.
Waar senioren amper de overstap van analoog naar digitaal kunnen bijbenen, zo komen jongeren in een wereld die zo anders is, dat ik me afvraag hoe dat ooit goed zou moeten gaan. Alles is of wordt data-gedreven en de menselijke factor lijkt steeds meer te verdwijnen. Ruimte om fouten te maken is er straks niet meer. De relatie tussen individu en samenleving staat in hoge mate onder druk. Er wordt een vraag gecreëerd naar oplossingen die op geen enkele wijze gerealiseerd kan worden. Er wordt alleen maar vooruit gedenderd, tijd voor reflectie is er niet. Het zou zomaar kunnen zijn dat als ik nu terug naar het bedrijfsleven zou gaan, mijn kennis en ervaring van 30 jaar al achterhaald is. Dat is een gedachte die iedereen schrik zou moeten aanjagen en de vraag ‘waar zijn we mee bezig?’ heel erg op de voorgrond zou moeten stellen. Het continu moeten leren, werken en zorgen zijn daarbij onderwerpen die centraal zouden moeten staan. Ook het het grip hebben op je eigen leven, de autonomie, staat al tijden onder (groeps)druk. Als de samenleving jou als individu niet meer waardeert, dan kan dat ook mentale problemen veroorzaken.
Wie mij een beetje kent, weet dat ik van inside-the-box denken ben. Probeer zaken te regelen/ op te lossen met de dingen die je hebt of zelfs onnodige zaken weg te laten. Maar nog steeds wordt massaal het outside-the-box denken gepropagandeerd, zoek naar oplossingen buiten je comfort zone. Geen wonder dat mensen mentale problemen oplopen.
Toen ik mijn boek ‘Het sprookje Nederland’ schreef dook ik in diverse rapporten die problemen beschreven en daarvoor ook oplossingen aandragen. Sinds die tijd lees ik steeds meer onderzoeken en constateer dat het allemaal nog erger is dan ik opgeschreven heb. Sommige onderzoeken van vijf jaar geleden schetsen een beeld voor 2025 en 2030. De werkelijkheid is anders en erger dan die rapporten aangeven. Dat is op zijn minst gezegd zorgelijk. Ik refereer in dat boek dat je eerst moet zorgen voor de basiszaken, zoals Maslow die al definieerde. Een huis, geld voor eten en drinken en een gezonde omgeving zijn belangrijke zaken. Dat kan je rust geven. Een goed sociaal netwerk kan ook positief werken.
Laatst vroeg iemand me wat ik bijdraag aan de samenleving. Samenleving is daarin een vaag begrip. In mijn directe omgeving hoop ik bij te dragen aan verbinding, waardering en erkenning door verhalen te schrijven. Soms krijg ik daarvoor complimenten en hoop ik dan maar dat mensen iets hebben aan de zaken die ik doe. Het is niet aan mij om te bepalen wat ik bijdraag aan de samenleving, ik kan me hooguit afvragen of het voldoende en/of goed is.
Wat ik wel weet is dat verandering best positief kan zijn. Helaas is het tegenwoordig een verandering naar steeds meer, terwijl een verandering naar minder beter is. Minder TV, minder sociale media, minder digitalisering, minder ongezond eten, minder drukte, minder stress enzovoort. Sommige dingen mogen meer, zoals verdraagzaamheid, waardering, menselijkheid en tijd voor lummelen.
Voorlopig zitten de meesten nog vast in zogenaamde doordenderende ‘vooruitgang’ die uiteindelijk leidt naar onze ondergang. Zoals ik recentelijk las ‘De natuur kan wel zonder mens, maar de mens niet zonder de natuur’. Sta daar een volgende keer eens bij stil als u door het bos of over de heide loopt. Of heeft u daar ook geen tijd meer voor?

Geef een reactie